Mogens Balle expositie in het Cobra Museum
Nieuws -> CultuurBron: Cobra Museum
26-04-2010
Tentoonstellingsduur: 29 mei tot en met 22 augustus 2010
De Deense kunstenaar Mogens Balle (Kopenhagen 1921-1988) mag dan in Nederland relatief onbekend zijn. Dat is hij zeker niet in Denemarken en in Cobrakringen.
De internationale belangstelling voor Mogens Balle’s werk neemt vooral de laatste jaren flink toe. Het Cobra Museum introduceert deze grote Deense Cobrakunstenaar op Nederlandse bodem en brengt een omvangrijke overzichtstentoonstelling van zijn werk.
De ruim 80 kunstwerken in deze fantasierijke overzichtstentoonstelling zijn het resultaat van een bevlogen en experimenteel kunstenaarsleven. Er worden voornamelijk olieverf schilderijen getoond; een aantal is gemaakt op rond formaat. De expositie bevat verder keramiek, bronzen sculpturen, gouaches, schetsen en gezamenlijk met andere Cobrakunstenaars gemaakt werk.
Ook van de vele collectieve werken die hij maakte met Christian Dotremont zijn voorbeelden aanwezig. Het vroegste werk dateert uit 1938 en het laatste uit 1988. De reizende tentoonstelling is een samenwerking met drie Deense kunstmusea, waaronder het Carl-Henning Pedersen en Else Alfelts Museum uit Herning. De werken zijn in bruikleen afgestaan door vele Deense verzamelaars en galeries en zijn afkomstig uit ander buitenlands bezit.
De tentoonstelling wordt op 28 mei geopend in aanwezigheid van Grete Balle en Annemarie Balle, de vrouw en dochter van de kunstenaar.
Mogens Balle en Cobra
Mogens Balle maakte deel uit van Cobra, de kunsthistorische beweging die als een van de weinige kunstbewegingen uit de 20e eeuw bij voortduring en vanuit verschillende invalshoeken de belangstelling blijft opeisen. De oprichtingsprincipes zijn nog steeds vitaal, populair en revolutionair. Mogens Balle trad in 1949 toe en was zijn verdere leven een groot aanhanger en navolger van de idealen. Hij kwam met Cobra in aanraking door zijn beroemde landgenoot en vriend Asger Jorn.
Mogens Balle nam deel aan gezamenlijke projecten van de groep: de beschildering van het plafond van het weekendhuis in Bregnerød (1949), hij exposeerde samen met Jorn, Egill Jacobsen, Karel Appel en Corneille in de galerie van Pierre Loeb in Parijs (‘Cinq peintres de Cobra’, 1951) en droeg met tekeningen bij aan het laatst verschenen Cobra tijdschrift.
Zijn spontane poëtische schildertrant kwam vooral na Cobra tot volle ontplooiing.
Dialoog met Cobra
In het omvangrijke oeuvre dat na Cobra ontstond blijkt hoezeer Mogens Balle de dialoog met de Cobratraditie heeft voortgezet. Het werk getuigt van wat typisch en herkenbaar Cobra genoemd kan worden: een intensief kleurgebruik, materialiteit en een grote benadrukking van – rondvormige - fantasiefiguren.
Vooral de intensieve experimenten met kleur van zijn mede Cobrakunstenaars maakten op Mogens Balle een diepe indruk. Uit zijn opgetogenheid over kleur haalde hij zijn inspiratie. Hij zette zijn schilderijen op met een verfkleur, luisterde als het ware naar die kleur en concentreerde zich op de emotie die hij wilde uiten. De andere kleuren mengde hij op het doek en ook het vormgebruik waren een logisch gevolg van het schilderproces. Het was hem te doen om het experiment in combinatie met het werken vanuit een spontaan gevoel. Een spontaan poëtisch gevoel dat hij vertolkte in kleur en vorm.
Het experiment stond centraal
Zijn leven lang liet Mogens Balle zich leiden door spontane kunst, direct en abstract. Hoewel zijn vroegste werken naturalistisch waren, was zijn benadering van de realiteit al ongewoon, door de keuze van het motief of het perspectief, of door een bijzonder kleurgebruik.
Het werk in de aanloop naar de jaren veertig wordt in toenemende mate abstract en fantasierijk. Deze stijl heeft hij in de jaren vijftig, tijdens Cobra en later in de groep Spiralen, die door Asger Jorn werd opgezet bedoeld als een forum voor interactie tussen Deense en Europese kunst, verder ontwikkeld. Zijn directe leefomgeving en de natuur blijven inspiratiebronnen.
Samenwerkingen met Dotremont
Vooral met Cobra’s literaire leidsman, de schrijver filosoof Christian Dotremont, ontstond een hechte band. Dotremont was een groot liefhebber van zijn werk en inspireerde hem tot nieuwe ontwikkelingen. Samen maakten zij vele collectieve schilderijen en tekeningen, zogenoemde woord-schilderingen, waarin Dotremont korte speelse teksten en metaforen toevoegde aan de schilderingen of tekeningen van Balle.
De poëet
Mogens Balle benaderde de schilderkunst op een poëtische wijze; hij communiceerde zijn ervaringen en gevoelens. Vaak merkte hij op dat hij bij de toeschouwer het gevoel wist op te roepen dat hij in het schilderij had proberen te leggen.
Ook de titels geven een hint. Hij zag zich niet geroepen zijn schilderijen uit te leggen, “anders had ik schrijver geworden.” Toch blijkt dit ten dele waar, want Mogens Balle schreef een aantal korte gedichten waarin hij zijn gevoelens en stemmingen uit.
Publicatie
Bij de tentoonstelling is een full colour catalogus verkrijgbaar met teksten van Hanne Lundgren Nielsen en Lars Olesen, directeur en conservator van het Carl-Henning Pedersen en Else Alfelts Museum, kunsthistorica Annemarie Balle en van Troels Andersen, voormalig directeur van het Silkeborg Kunstmuseum. ISBN 978-87-991355-5-4.