Seksueel overdraagbare aandoeningen in Nederland in 2018 zijn gelijk gebleven
Nieuws -> GezondheidBron: RIVM
20-06-2019
Het aantal mensen dat een soa Seksueel Overdraagbare Aandoeningen -test doet bij een Centrum Seksuele Gezondheid is in 2018 gelijk gebleven. Ruim 18 procent daarvan bleek een soa te hebben. Chlamydia is de soa die het vaakst voorkomt onder hetero’s. Bij homomannen is dat gonorroe. Bij huisartsenpraktijken nam het aantal soa-consulten en -diagnoses toe, vooral onder mensen ouder dan 25 jaar. Dat blijkt uit het soa-jaarrapport van het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu .
In 2018 hebben er in totaal 152.217 consulten plaatsgevonden bij de Centra Seksuele Gezondheid (CSG’s); vrijwel gelijk aan het aantal consulten in 2017 (+1,1%). Het aantal consulten nam toe onder MSM (+9,5%) en nam af onder vrouwen (-6,3%) en heteroseksuele mannen (-1,0%). Van alle CSG-bezoekers was 45% vrouw (68.710 consulten), 22% hetero-seksuele man (29.454 consulten) en 33% MSM (49.873 consulten). Er waren 484 soa-consulten (0,3%) bij transgender personen. De Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) is van kracht per mei 2018, waardoor 17.188 van het totaal aantal consulten niet geregistreerd is in de nationale database omdat de cliënt bezwaar maakte tegen het delen van consultgegevens met het RIVM voor surveillancedoeleinden.
(Bron RIVM - 2019)
Aantal personen met ten minste één SHC-raadpleging per 1.000 inwoners van 15-65 jaar per regio, 2018
Om een trendbreuk te voorkomen is het aantal consulten en de vindpercentages voor chlamydia, gonorroe, infectieuze syfilis en hiv per geslacht en seksuele voorkeur berekend met geregistreerde consulten en geaggregeerde data van niet-geregistreerde consulten. Aanvullende figuren en tabellen gebruikmakende van CSG data zijn gebaseerd op geregistreerde consulten (135,029 consulten) uitgevoerd bij 111.271 unieke personen die toestemming gaven. Van deze personen had 16% twee of meerdere consulten in 2018, vergelijkbaar met 2016 en 2017. Dit percentage was het hoogste onder MSM (33,3%), en lager onder heteroseksuele mannen (7,1%) en vrouwen (10,5%).
Aantal soa-testen. Bij de Centra Seksuele Gezondheid (CSG Centrum Seksuele Gezondheid ’s) zijn vorig jaar 152.000 soa-testen uitgevoerd. Net zoveel als het jaar ervoor. Vrouwen namen bijna 70.000 van de testen voor hun rekening, heteromannen 33.000 en homomannen 50.000. Het aantal testen bij homomannen is gestegen vergeleken met een jaar eerder. Bij vrouwen en heteromannen is het aantal gedaald. Bij 18,2 procent van de mensen is ook echt een soa vastgesteld. Het gaat hierbij vaak om mensen die zijn gewaarschuwd voor een soa. Het aantal soa-gerelateerde consulten bij huisartsen is gestegen met 9 procent: van 281.000 in 2016 naar 307.000 in 2017. In het jaarrapport worden voor huisartsen de cijfers uit 2017 gebruikt. De cijfers over het jaar 2018 zijn nog niet bekend.
Chlamydia. Chlamydia is de meest voorkomende soa. Vorig jaar hadden meer dan 21.000 bezoekers van de CSG´s een chlamydia-infectie. Het percentage vrouwen en heteroseksuele mannen met chlamydia is de afgelopen drie jaar stabiel gebleven. Van alle vrouwelijke bezoekers heeft 15 procent chlamydia. Van alle heteromannen is dat 18 procent. Voor homomannen ligt het percentage al jaren op 10 procent. Bij huisartsen nam het aantal chlamydia diagnoses toe: van 36.600 in 2016 naar 39.800 in 2017.
Gonorroe. Ruim 7.300 bezoekers van de CSG’s hadden gonorroe, 9 procent meer dan in 2017. Deze stijging kwam vooral omdat meer homomannen zich hebben laten testen. Ook bij huisartsen stijgt het aantal mensen met gonorroe: van 9.000 in 2016 naar 9.550 in 2017.
Syfilis. Vorig jaar kregen 1.224 CSG bezoekers de diagnose syfilis, hetzelfde aantal als in de jaren ervoor. In bijna alle gevallen gaat het om homomannen.
Hiv humaan immunodeficientievirus. Het aantal nieuwe hiv humaan immunodeficientievirus -infecties neemt langzaam af. In 2018 kregen 527 mensen de diagnose hiv. In 2017 waren dat er nog 615. Tweederde van de hiv-infecties wordt vastgesteld bij homomannen.
Conclusie
Het aantal soa-consulten bij de CSG’s nam toe tot 2017 en stabiliseerde in 2018. Vindpercentages bleven vrijwel gelijk in 2018 vergeleken met 2017. Bij huisartsen blijft het aantal soa-gerelateerde episodes toenemen. Surveillance van soa en risico op soa onder hoog-risico groepen die de CSG’s bezoeken is belangrijk, maar voor een geïntegreerde soa surveillance is het ook noodzakelijk om zicht te houden op de algemene populatie, welke zich meer via andere zorgaanbieders of met een zelf-test laat testen. Net als in voorgaande jaren waren de groepen met hoog risico op soa, gereflecteerd in hoge vindpercentages, personen die waren gewaarschuwd door een (ex-)partner, personen die soa klachten rapporteerden, hiv positieve personen, en personen die in het afgelopen jaar een soa hadden gehad. Surveillance van risicogedrag bij MSM in relatie tot Pre-Expositie Profylaxe (PrEP) gebruik wordt belangrijker. Verdere inspanningen, zoals promotie van condoomgebruik, herhaald testen, en effectievere (tijdige en complete) partnerwaarschuwing zijn nodig om te zorgen dat hoog-risico groepen effectief bereikt worden. Test- en behandelstrategieën moeten geoptimaliseerd worden om het effect van deze strategieën te maximaliseren en om degenen die zorg het meeste nodig hebben goed te kunnen bereiken. Lees ook het volledige rapport: Sexually transmitted infections in the Netherlands in 2018 (pdf 189 pagina’s Nederlands/Engels)