Tegenbegroting van GroenLinks, PvdA en SP
Nieuws -> PolitiekBron: Centraal Planbureau
18-09-2019
Het CPB heeft op verzoek van GroenLinks, PvdA en SP de ex-ante budgettaire effecten van een aantal wijzigingsvoorstellen voor de begroting 2020 bezien. De wijzigingsvoorstellen (pdf 7 pagina’s) in de tegenbegroting worden afgezet tegen de kabinetsvoorstellen in de Miljoenennota 2020, zoals deze door het Centraal Planbureau (CPB) in de MEV 2020 zijn verwerkt.
GroenLinks, PvdA en SP intensiveren in hun gezamenlijke tegenbegroting voor 2020 per saldo 6,3 miljard euro. De partijen verzwaren de EMU-relevante lasten per saldo met 6,3 miljard euro. De verhoging van 6,3 miljard euro is opgebouwd uit een verlaging van 0,6 miljard euro voor gezinnen en een verhoging van 7 miljard euro voor bedrijven. De partijen verhogen in hun tegenbegroting het EMU-saldo in 2020 ex ante afgerond met 0,1 miljard euro ten opzichte van de Macro Economische Verkenning (MEV).
(Foto Merlijn Doomernik, PvdA, SP - 2015-2017)
Jesse Klaver fractievoorzitter van GroenLinks, Lodewijk Asscher fractievoorzitter van PvdA en Lilian Marijnissen fractievoorzitter van SP
De belangrijkste wijzigingen van de tegenbegroting:
De partijen verhogen het minimumloon per 1 januari 2020 met 2,5% meer dan de wettelijke verhoging op basis van de contractloon koppeling. Hierdoor stijgen de sociale zekerheidsuitgaven in 2020 met 1,1 mld euro.
Het budget voor de arbeidsvoorwaarden van de overheid en de sociale advocatuur wordt met 0,8 mld euro verhoogd.
De partijen halveren het eigen risico in 2020 (een verlaging met 195 euro). Dit is een verhoging van de collectieve zorguitgaven met 2,0 mld euro. Het gaat deels om een verschuiving van private naar collectieve zorguitgaven. De Rijksbijdrage Zvw wordt verhoogd met het oog op verbetering van de arbeidsvoorwaarden. Deze verhoging bedraagt 0,6 mld euro. De contracteerruimte in de Wlz wordt verhoogd met het oog op het verbeteren van de arbeidsvoorwaarden. Deze verhoging bedraagt 0,4 mld euro. De Rijksbijdrage Wmo/jeugd wordt verhoogd met het oog op het verbeteren van de arbeidsvoorwaarden. Deze verhoging bedraagt 0,2 mld euro.
De partijen verhogen de collectieve lasten met per saldo 6,3 mld euro in 2020. Een opsomming van de lastenmaatregelen wordt gevolgd door tabel 2.2. Het gaat hier om de beleidsmatige lastenontwikkeling op EMU-basis (blo). De lastenverhoging van 6,3 mld euro is opgebouwd uit een lastenverlaging van 0,6 mld euro voor gezinnen en een lastenverhoging van 7 mld euro voor bedrijven.
De partijen zien af van de invoering van het tweeschijvenstelsel. Het tarief van de eerste schijf (voor inkomens tot 20,7 dzd euro) wordt verlaagd naar 36,65% voor personen onder de AOW-gerechtigde leeftijd, en naar 18,75% voor personen hierboven. Dit is een lastenverlichting van 1,5 mld euro. De partijen zien af van de invoering van het tweeschijvenstelsel. Het tarief van de derde schijf (voor inkomens tussen 34,7 dzd euro en 68,5 dzd euro) wordt verhoogd naar 38,75% voor personen onder en boven de AOW-gerechtigde leeftijd. Dit is een lastenverzwaring van 0,9 mld euro. De partijen zien af van de invoering van het tweeschijvenstelsel. Het tarief van de vierde schijf (voor inkomens boven de 68,5 dzd euro) wordt verhoogd naar 52% voor personen onder en boven de AOW-gerechtigde leeftijd. Dit is een lastenverzwaring van 0,5 mld euro.
De partijen introduceren een werkgeversheffing op topinkomens van 16% over het loon boven 150 dzd euro. Dit is een lastenverzwaring voor bedrijven van 1,0 mld euro in 2020. Deze introductie betekent extra nieuwe werkzaamheden in het loonheffings- en inningsdomein. Uit de recente inventarisatie bij de Belastingdienst blijkt dat beide domeinen overvraagd zijn.6 De Belastingdienst voorziet daarom uitvoeringstechnische problemen en de haalbaarheid van deze maatregel per 2020 is dus met grote onzekerheid omgeven. De partijen schaffen de 30%-regeling voor ingekomen werknemers in 2020 af. Dit is een lastenverzwaring van 0,6 mld euro.
De partijen draaien de voorgenomen verlaging van het tarief in de eerste schijf van de vennootschapsbelasting terug. Dit betekent een lastenverzwaring voor bedrijven van 0,6 mld euro in 2020. De partijen draaien de door het kabinet voorgestelde verhoging met 4 cent van het tarief op aardgas in de eerste schijf van de energiebelasting terug. Dit is een lastenverlichting voor gezinnen van 0,3 mld euro. De partijen verlagen het lage btw-tarief van 9% naar 6%. Dit betekent een lastenverlichting voor gezinnen van 2,3 mld euro. De Belastingdienst voorziet grote uitvoeringstechnische problemen bij deze maatregel, die de uitvoerbaarheid onzeker maken.