Bijgewerkt: 19 april 2024

Toegang en kwaliteit GGZ allochtonen beter dan gedacht

Nieuws -> Gezondheid

Bron: GGD-Amsterdam
16-06-2011

Uit promotieonderzoek van Thijs Fassaert voor de GGD Amsterdam blijkt, dat er weinig verschillen zijn in de toegang tot en kwaliteit van GGZ (geestelijke gezondheidszorg) op het gebied van angst en depressie tussen mensen met een Turkse, Marokkaanse, Surinaamse, Antilliaanse, of Nederlandse achtergrond.

Dit in tegenstelling tot beelden die hierover bestaan in diverse onderzoeken, het GGZveld en de media. Er is nog wel nader onderzoek nodig naar de resultaten van de zorgvoorzieningen en naar de positie van tweede generatie migranten die ondervertegenwoordigd waren in dit onderzoek.

GGZ toegankelijkheid en adequaat

Uit het onderzoek van Fassaert blijkt, dat ongeveer vijftig procent van alle Amsterdammers met angst en/of depressie in 2005 in zorg was, ongeacht hun achtergrond. Bovendien waren ook de verschillen in de kwaliteit van huisartsenzorg en ambulante GGZ tussen autochtone Nederlanders en de meeste niet-westerse etnische groepen klein of zelfs afwezig.

Hieruit kan men afleiden dat de gezondheidszorg, waar het depressie en angst betreft, blijkbaar al in forse mate toegankelijk en adequaat is voor patiëntengroepen met verschillende culturele achtergronden. Omdat toegankelijkheid van zorgvoorzieningen weinig zegt over de resultaten van deze voorzieningen, moet daar in de toekomst meer onderzoek naar worden gedaan.

Daarnaast is meer onderzoek nodig naar het zorggebruik van tweede generatie migranten omdat zij ondervertegenwoordigd waren in dit onderzoek en naar de aanwijzingen die uit het onderzoek kwamen dat de kwaliteit van de huisartsenzorg voor patiënten met een Surinaamse, of Antilliaanse achtergrond lager is dan voor autochtone Nederlanders.

Aanleiding voor het onderzoek

Vanuit diverse kanten, waaronder de GGZ zelf, werden zorgen geuit over GGZ-zorg aan verschillende migranten groepen. Studies die tot nu toe zijn verricht op dit terrein, zijn vaak gebaseerd op de gedachte dat niet-westerse allochtonen door allerlei factoren onvoldoende toegang hebben tot GGZ, en dat de zorg die wel wordt geleverd beneden de maat is.

Om hier onderbouwde uitspraken over te kunnen doen, zijn betrouwbare gegevens nodig over het voorkomen van angst en depressie onder de diverse groepen en hun zorgbehoefte en zorggebruik. De tot nu toe beschikbare onderzoeken konden deze gegevens niet leveren. Eerder gedane studies zijn namelijk vaak verricht in het buitenland, waardoor weinig bekend is over de situatie in Nederland.

Bovendien worden mensen die de Nederlandse taal onvoldoende beheersen vaak uitgesloten van grootschalige bevolkingsstudies. Tenslotte spelen ook meetproblemen een rol; van veel vragenlijsten die worden gebruikt in onderzoek staat niet vast dat ze toepasbaar zijn in verschillende culturele groepen. Om deze redenen is het promotieonderzoek van Thijs Fassaert gestart. Uit het onderzoek blijkt dat er de nodige kanttekeningen zijn te maken bij de vooraannames in eerdere studies.

Voor het onderzoek van Fassaert zijn verschillende informatiebronnen gecombineerd zoals de Amsterdamse Gezondheidsmonitor (AGM) uit 2004 en het aanvullende diepte-interview uit 2005. In deze studie - uitgevoerd door de GGD in samenwerking met Amsterdamse GGZ instellingen – zijn meer dan 800 Amsterdammers geïnterviewd, inclusief  inwoners die de Nederlandse taal minder goed beheersten.

Daarnaast is samengewerkt met het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (NIVEL) en GGZ Nederland; twee organisaties die de beschikking hebben over grote hoeveelheden informatie over zorggebruik bij huisartsen en de GGZ in Nederland.

Academische werkplaats

Het promotieonderzoek werd verricht in het kader van de Academische Werkplaats Publieke Gezondheid van de GGD Amsterdam, het AMC en, in dit geval, de VU. Academische werkplaatsen zijn samenwerkingsverbanden waarin academisch onderzoek, beleid en praktijk/onderwijs samenwerken om de kwaliteit van de gezondheidszorg te verbeteren.  Thijs Fassaert is woensdag 15 juni 2011 gepromoveerd aan de Vrije Universiteit. Lees de proefschrift hier (238 pagina’s in het Engels)



Amstelveenweb.com is niet verantwoordelijk voor de inhoud van de nieuwsberichten.