VNG-voorzitter Jan van Zanen over de verkiezingen in 2017
Nieuws -> PolitiekBron: VNG
02-12-2016
Jan van Zanen, voorzitter van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en burgemeester van Utrecht sprak tijdens de Buitengewone Algemene Ledenvergadering (BALV) van de VNG op 30 november 2016 in het NBC Congrescentrum in Nieuwegein:
'Dames en heren,
Nog 105 dagen en dan gaat Nederland naar de stembus. Dat is, zoals iedere keer weer een enorme logistieke operatie, want die stembus die staat bij óns. In ónze gemeentehuizen, scholen en verzorgingshuizen. U zult zeggen: ja, dat is logisch. Dat regelen we altijd, en met genoegen, voor onze inwoners, zodat ze in hun eigen buurt hun stem kunnen uitbrengen. En ik zeg u na: Ja, dat is logisch. Want óók als het om een landelijke kwestie gaat, zoals de verkiezingen voor de Tweede Kamer, dan moet je het toch lokaal organiseren en faciliteren. Dichtbij de mensen om wie het gaat bij een verkiezing: de kiezers.
En dat geldt niet alleen voor de verkiezingen. Dat geldt voor iedere publieke dienst, of voorziening. Het geldt voor de aanpak van maatschappelijke doelen in het sociaal domein, maar het geldt ook voor mondiale uitdagingen op het gebied van klimaat en energie. Ieder groots plan of doel kan alleen maar gerealiseerd worden door het op te knippen in delen met een maat die past bij de mensen om wie het gaat. Dichtbij onze inwoners. Gemeenten zijn een knooppunt in de samenleving, een knooppunt waar lokale, nationale en internationale trends en belangen samen komen. Daarom werken gemeenten wereldwijd samen in bijvoorbeeld het Parijse klimaatakkoord, de New Urban Agenda van Habitat III en de Global Goals, 17 duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties. Het internationale raakt het lokale. Het raakt de mensen die wij kennen en die ons kennen.
Die ons kunnen vinden, in persoon of digitaal. Waar wij naar luisteren om samen, waar mogelijk, een oplossing te vinden. Dat is maatwerk. Al die individuele oplossingen tellen op tot één lokale aanpak, en die lokale aanpakken samen tellen weer op tot één landelijk systeem. Maar niet andersom! Geen systeemdenken waaruit een ‘one size fits all-oplossing’ rolt die de burger bij het lokale loket kan afhalen.
(Foto Amstelveenweb.com - 2016)
Jan van Zanen, voorzitter van de VNG, spreekt de aanwezigen toe tijdens het jubileumfeest van het 70 jarig bestaan van VVD-Amstelveen op 24 november 2016 in Brasserie Paardenburg te Amstelveen
Decentraliseren en differentiëren. Dat is steeds meer de praktijk van vandaag en dat is in ieder geval óns beeld van de praktijk van morgen. Wíj bouwen aan een nieuw Nederland. En dat is niet van de ene op de andere dag geregeld. Nog niet alles verloopt vlekkeloos – daar moeten we gewoon eerlijk in zijn - en het vertrouwen van onze inwoners en partners dat het uiteindelijk goed komt is nog wankel. Dat gevoel leeft bij ministeries – én de Tweede Kamer - die maar moeilijk los kunnen laten en ook bij onze eigen inwoners die nog maar moeilijk kunnen geloven dat de overheid bij je aan de keukentafel komt zitten om samen naar oplossingen te zoeken.
We zullen moeten bouwen aan het gevoel van zeggenschap en grip op het eigen leven in de concrete praktijk van alledag, dicht bij mensen, in de gemeenten. Dat betekent verder werken aan lokale democratie. Niet alleen de politieke democratie van kiezen, delegeren en besturen, maar ook de maatschappelijke democratie van zelf meedenken, meepraten en meedoen.
Praten over een betere betrokkenheid van burgers is niet voldoende. We kunnen er dikke boeken over schrijven of juist korte artikelen, maar fietsen leer je ook niet uit een boekje; we moeten gewoon aan de slag. En dat doen we ook. Iedere dag zijn we al bezig met experimenten zoals loting, burgertoppen en politieke markten. De kennis en ervaring die wij allen voor zich opdoen worden met elkaar gedeeld en verrijkt in programma’s als de Democratic Challenge en Lokale democratie in beweging. Daar kun je inspiratie opdoen door bijvoorbeeld te kijken naar de burgerbegroting, waar (de gemeente) Breda mee experimenteert – met behulp van nieuwe media ontstaat er een dialoog met de inwoners die zo inbreng kunnen leveren voor delen van de begroting. Ook interessant is het Twentement: een regionaal ‘parlement’, waar burgers met elkaar nadenken over de toekomst van Twente.
Naast de nieuwe wegen die we zelf inslaan zijn er ook prachtige voorbeelden van initiatieven die uit de samenleving ontstaan. Door samenwerking van mensen onderling, het lokale bedrijfsleven of maatschappelijke organisaties zijn er nu al honderden zorg-coöperaties en energie-coöperaties. De grote betrokkenheid van de deelnemers blijkt wel uit het feit dat er energie-coöperaties bestaan die middels crowdfunding meer dan 1 miljoen euro hebben opgehaald.
Initiatieven genoeg dus, omdat wij lokaal de urgentie wel voelen. Daar hebben we geen referenda en peilingen voor nodig. Het moet nu. En het kan nu, want het barst van de energie en het enthousiasme en de goede ideeën. Waar het nog aan schort is ruimte. Dat brengt me weer terug bij die verkiezingen die voor de deur staan, want als de kaarten opnieuw geschud worden in Den Haag dan heeft dat hoe dan ook gevolgen voor ons, voor de gemeenten. Er komen andere mensen, wellicht ook een andere coalitie, waarmee we nieuwe afspraken moeten maken. Afspraken die direct effect hebben op de manier waarop wij verder kunnen bouwen aan een nieuw Nederland.
Het is inmiddels bijna gewoonte om iedere keer opnieuw te spreken over ‘historische! verkiezingen’, een begrip dat daarmee natuurlijk aan inflatie onderhevig is. Ik wil liever wegblijven bij allerlei dramatische kwalificaties maar we moeten ook niet naïef zijn: er staat – ook voor ons - veel op het spel. Ik heb geen glazen bol en ik ga niet vooruitlopen op de uitkomst van de verkiezingen. Maar ik kan wel ‘vooruitlopen’ op de formatie nà de verkiezingen. Ons belangrijkste aandachtspunt hierbij is: papier versus praktijk.
Gemeenten moeten zèlf kunnen bepalen, wat bij de eigen taken, per opgave, de juiste schaalgrootte is om iets op te lossen. Daar is experimenteerruimte voor nodig. En daarvoor is het nodig, dat we accepteren, dat er verschillen ontstaan tussen de manieren, waarop en het tempo, waarin gemeenten mét en vóór hun inwoners aan het werk gaan. Niet onbelangrijk: daarvoor is ook stabiliteit in de gemeentefinanciën nodig en onder een aantal randvoorwaarden een verruiming van het lokale belastinggebied.
Dáár moeten we ons de komende tijd hard voor maken. Wij kennen de werkelijkheid. De dagelijkse praktijk in onze wijken. Wij zien de logische oplossingen maar we worden nog te veel op pad gestuurd met de papieren werkelijkheid van het Rijk. Landelijke blauwdrukken zijn geen hulp maar een handicap bij ons werk. De afgelopen weken zagen we daar weer pijnlijke voorbeelden van: de gemeenten zouden in 2015 1,2 miljard euro ‘op de plank hebben laten liggen’ bestemd voor het sociaal domein. Een absolute werkelijkheid van minister Plasterk, gestoeld op een rekensom van het CBS, die voorbij gaat aan de eigen begrotingssystematiek en beleidsvrijheid van individuele gemeenten en aan de invoeringsperikelen van de decentralisatie. Die krampachtig probeert één landelijk beeld te krijgen van een ontluikende waaier aan lokale variaties.
De schermutselingen rond de Bed-Bad-Brood-afspraken lopen langs dezelfde lijnen. Het kabinet wil, dat mensen waarvan is vastgesteld, dat ze geen verblijfsstatus in Nederland krijgen dit land ook daadwerkelijk verlaten, ook om zo ruimte te houden voor mensen die dat recht wel recht hebben. Prima. Maar deze administratieve realiteit is niet het beeld in onze wijken. In veel gemeenten, met name de grotere, maar niet alleen daar, lopen én slapen mensen op straat. Tenzij wij, de gemeenten, er iets aan doen. In totaal circa 1400 mensen die hier niet meer mógen zijn, maar nog wel kúnnen zijn, kennelijk.
Papier versus praktijk. Als we het ànders willen – en de uitslagen van recente volksraadplegingen in bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten tonen aan, dat veel mensen het anders willen en zelfs bereid zijn daarvoor de meest opvallende keuzes te maken – dan moet het ook écht anders. En dus niet overal, in elke gemeente, op dezelfde manier anders, volgens een landelijke blauwdruk. Dit vraagt om een andere lokale democratie, waarin meedenken wordt verwelkomd en meedoen het uitgangspunt is, ook in de besluitvorming. Dààr, bij de lokale democratie wordt dan ook verantwoording afgelegd, bijvoorbeeld over de decentralisaties in het sociaal domein.
Naast het sociale domein ligt er ook een grote taak, beter nog een grote kàns, in het fysieke domein. Provincies, gemeenten en waterschappen werken aan een stevige Investeringsagenda voor alle aanpassingen die nodig zijn om goed voorbereid te zijn op de veranderingen in klimaat en de energietransitie. Denk daarbij aan een nieuwe manier van bouwen; duurzamer in nieuwe wijken die nu al niet meer op het gasnet hoeven worden aangesloten. Denk ook aan het lokaal en regionaal stimuleren van circulaire energie en economie. Wij nodigen het Rijk uit. Doe mee en denk mee, maar wij beginnen alvast!'
De algemene vergadering van de leden van de VNG wordt jaarlijks gehouden, uiterlijk in de maand juni, doorgaans tijdens het VNG-jaarcongres. De algemene vergadering kiest de leden van het bestuur, keurt jaarverslag en jaarrekening goed en spreekt zich uit over algemeen bestuursbeleid. Toegang tot de vergadering hebben (vertegenwoordigers van) de VNG-leden. Het bestuur kan besluiten een buitengewone algemene vergadering bijeen te roepen. Een buitengewone algemene vergadering kan bovendien plaats vinden indien een vastgesteld deel van de leden het bestuur hierom verzoekt.
De volgende Tweede Kamerverkiezing vindt plaats op 15 maart 2017. De laatste Tweede Kamerverkiezing vond plaats op 12 september 2012. Dit was een ontbindingsverkiezing als gevolg van de val van het kabinet. Normaal gesproken vindt de Tweede Kamerverkiezing om de 4 jaar plaats in maart, of mei (afhankelijk van de vraag, of in hetzelfde jaar ook verkiezingen zijn voor provinciale staten, of gemeenteraden).
Nederlanders met stemrecht mogen elke 4 jaar - of vaker als een kabinet valt en er ontbindingsverkiezingen worden gehouden - kiezen wie hen vertegenwoordigen in de Tweede Kamer. De Tweede Kamer vormt samen met de Eerste Kamer het Nederlandse parlement (in de Grondwet Staten-Generaal genoemd). De Tweede Kamer bestaat uit 150 leden. De belangrijkste taken van de Tweede Kamer zijn: het controleren van de regering en het maken van nieuwe wetten. Het kabinet (bestaand uit de minister-president, ministers en staatssecretarissen) wordt niet gekozen. Na de Tweede Kamerverkiezing onderhandelen politieke partijen om een coalitie te vormen die de steun van een meerderheid in de Tweede Kamer heeft. Kijk ook rond op de website: https://www.tweedekamer.nl/