Ziekenhuis Amstelland breidt capaciteit voor 'sportheup' operaties uit
Nieuws -> GezondheidBron: Ziekenhuis Amstelland
06-11-2009
De vakgroep Orthopedie van Ziekenhuis Amstelland breidt capaciteit voor ‘sportheup’ operaties uit. Gert-Jan Fontijn uit Nes aan de Amstel (47) is ervaringsdeskundige; hij heeft twee sportheupen gekregen.
Een sportheup is een heupsparende en tijdwinnende ingreep voor jongere patiënten met heupproblemen. Vooral jonge, actieve mensen, met een natuurlijke, geleidelijke slijtage van de heup of een licht of matig dysplastische heup komen voor deze ingreep in aanmerking. Belangrijkste voordeel van deze prothese is het feit dat patiënten vrijer kunnen bewegen, dan bij een klassieke kunstheup.
(Amstelveenweb.com collectie - 2009)
Het verschil tussen een sportheup en een klassieke kunstheup is duidelijk te zien
“In eerste instantie gaan wij uit van patiënten beneden de 55 jaar, maar ook bij actieve mensen met een goede algemene conditie tot 65 jaar is die te plaatsen, mits de botkwaliteit goed is”, aldus orthopeed Eric Meijer. “Voor zover nu bekend gaat deze prothese ongeveer 10 jaar mee, doch onderzoek geeft aan dat dit ook 15 tot 20 jaar zou kunnen zijn,” vertelt Meijer.
”Indien deze prothese aan vervanging toe is, is deze eenvoudig te vervangen door een klassieke totale prothese”. Zijn collega orthopeed Bas Pijnenburg meent dat oudere mensen deze heup niet gauw krijgen omdat de slijtage bij deze groep patiënten vaak ernstiger is en zij meer baat hebben bij een totale prothese.
Sportheup versus klassieke kunstheup
De ’sportheup’ verschilt op een aantal punten van de klassieke kunstheup. Bij de sportheup komt over de kop van het dijbeen een metalen bol die past in de bestaande heupkom, waarin een metalen kom komt. Met een korte pin zit de bol in het dijbeen. Voor de klassieke kunstheup wordt de kop van het dijbeen in zijn geheel verwijderd.
Dan plaatst de chirurg een lange steel in de mergholte van het bovenbeen met bovenaan een kleinere kop dan bij de sportheup. Die past in een metalen kom die in het bekken komt. Doordat bij de sportheup meer eigen bot behouden blijft en de nieuwe heupkop groter is, kunnen dragers vrijer bewegen dan bij een klassieke heup.
Een ervaringsdeskundige.
De heer Gert-Jan Fontijn (47 jaar) uit Nes aan de Amstel heeft dit alles aan den lijve ondervonden. Na een motorongeluk in 1985 was de doorbloeding van zijn heupkoppen verstoord. Hierdoor trad er steeds meer slijtage op in zijn heupen. Dit betekende dat hij vijf jaar geleden niet meer kon sporten en na 200 meter lopen moest hij gaan zitten van de pijn.
Ook in zijn werk als keukenmonteur ondervond hij dagelijks veel hinder van de pijn. Hij werd gewezen op de mogelijkheid van een sportheup en kreeg het telefoonnummer van Bas Pijnenburg. Nadat hij voldoende moed had verzameld en een afspraak had gemaakt lag hij binnen vier weken op de operatietafel.
Ruim acht weken daarna werd de tweede heup geopereerd. Na revalidatie is hij weer de oude. Zomers zit hij weer op de racefiets en ‘s winters staat hij op de schaatsen. Ook gaat hij weer twee keer per jaar op wintersport als hij de kans krijgt.
Op de vraag of hij aan het trainen is voor de Elfstedentocht zegt hij: “Die van 1985 heb ik uitgereden en ik ben ook drie keer naar Finland geweest voor de alternatieve, maar of ik dat nog een keer zou doen? Ik ben al helemaal gelukkig, dat ik weer lekker kan skiën ieder jaar”, aldus Gert Jan Fontijn.