Zoutarme alternatieven tegen hart- en vaatziekten
Nieuws -> GezondheidBron: RIVM
26-10-2015
Door het zoutgehalte in bewerkte voedingsmiddelen te verlagen, of te kiezen voor zoutarme alternatieven is aanzienlijke gezondheidswinst te boeken als het gaat om hart- en vaatziekten. Dit kan maximaal leiden tot ruim 5% minder hartinfarcten en ruim 7% minder beroertes. Dat blijkt uit promotieonderzoek van Marieke Hendriksen bij het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en Wageningen University. Om de gezondheidswinst te behalen, is een forse inspanning nodig van de voedingsmiddelenindustrie en van consumenten zelf.
Een hoge zoutinname draagt bij aan het risico op een hoge bloeddruk en dat is weer een belangrijke risicofactor voor hart- en vaatziekten. In Nederland behoren coronaire hartziekten en beroertes tot de aandoeningen met de hoogste ziektelast. Een verlaging van de zoutinname leidt tot een lagere bloeddruk en daardoor tot minder gevallen van hart- en vaatziekten. De zoutinname ligt in Nederland ruim boven de aanbevolen maximale hoeveelheid van 6 gram per dag. Ongeveer 80% van de dagelijkse zoutinname komt uit bewerkte voedingsmiddelen. Hendriksen onderzocht voor het eerst wat concreet de impact is van zoutverlaging op de volksgezondheid.
(Foto Amstelveenweb.com - 2015)
Rode zout (haliet) uit de Himalaya gebergte heeft een hoog ijzergehalte en daardoor kleurt rood. Keukenzout is een mineraal bestaat voornamelijk uit natriumchloride (NaCl), een chemische verbinding die behoort tot de grotere klasse van zouten; zout in zijn natuurlijke vorm als een kristallijn mineraal is bekend als steenzout, of haliet. Zout is essentieel voor de gezondheid van mensen en dieren en wordt algemeen gebruikt als een smaakmaker. Te veel zout blijkt slecht te zijn voor de gezondheid en de gezondheid organisaties adviseren over het algemeen, dat mensen moeten hun inname van zout verminderen
Wanneer het zoutgehalte van bewerkte voedingsmiddelen wordt gehalveerd (een niveau dat technologisch gezien haalbaar is), daalt de dagelijkse zoutinname uit bewerkte voedingsmiddelen met 2,1 (vrouwen) tot 2,9 gram (mannen), een daling van respectievelijk 37% en 38%. In dat scenario zouden de komende 20 jaar bijna 30.000 hartinfarcten en ruim 53.000 beroertes kunnen worden voorkomen (een daling van respectievelijk 4,4 en 6%). Zo’n maximale verlaging van het zoutgehalte zou wel een enorme inspanning vereisen van de voedingsmiddelenindustrie. In de periode tussen 2006 en 2010 hebben die inspanningen zich nog niet vertaald in een lagere dagelijkse zoutinname. Begin 2014 sloot Minister Schippers met het bedrijfsleven het Akkoord Verbetering Productsamenstelling, gericht op verlaging van de hoeveelheid zout, verzadigd vet en suiker in levensmiddelen.
Wanneer voedingsmiddelen worden vervangen door alternatieven met een lager zoutgehalte, kan de zoutinname uit voedingsmiddelen met 2,7 tot 3,6 gram afnemen (een daling van 47%). Bij een verlaging van de zoutinname door te kiezen voor zoutarme alternatieven zouden de komende 20 jaar ongeveer 35.000 hartinfarcten kunnen worden voorkomen (een daling van 5,3%) en ruim 64.000 beroertes (daling van 7,2%). Om de zoutinname zo ver te laten dalen, moet de consument een flinke aanpassing doen aan het huidige eetpatroon.
De hierboven beschreven effecten van verschillende scenario’s voor zoutreductie zijn berekend door middel van modelsimulaties met het RIVM Chronische Ziekten Model. Hierbij zijn gegevens gebruikt uit de Nederlandse Voedselconsumptie Peiling 2007–2010 en uit de Nederlandse Voedingsmiddelentabel van 2011. Het onderzoek werd uitgevoerd bij het RIVM in samenwerking met Wageningen University, TNO en het WHO Collaborating Centre for Nutrition van het RIVM.
Sommige voedingsmiddelen bevatten minder zout dan in 2011. Zo is het zoutgehalte in brood nu 21% lager dan in 2011. Dat blijkt uit onderzoek van het RIVM. Omdat brood een grote bijdrage levert aan de inname van zout, draagt de daling van het zoutgehalte in deze productcategorie er in belangrijke mate aan bij, dat mensen dagelijks minder zout binnenkrijgen. In andere voedingsmiddelen, zoals soepen en vleeswaren, bleef het zoutgehalte gelijk. Voor verzadigd vet zijn geen significante verschillen in productsamenstelling geconstateerd ten opzichte van 2011.