Het paradijs van Krabbé in Museum van der Togt
Nieuws -> CultuurBron: Museum van der Togt / Amstelveenweb / Wikipedia
11-07-2008
De belangstelling was groot en er kwamen veel mensen naar de opening in het Oude Dorp. Maarten Krabbé (Laren 1908 – Amsterdam 2005) groeide op in Het Gooi, als kind van kunstschilder Hendrik Maarten Krabbé en zangeres Miep Rust. Na drie jaar op de HBS in Haarlem, volgde hij van 1926 tot 1930 een opleiding aan de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam.
(Museum Jan van der Togt - 2008)
Maarten Krabbé
Maarten Krabbé was naast schilder ook een belangrijk didacticus, een vernieuwer van het tekenonderwijs voor kinderen. Zo schreef hij veel kunstdidactische boeken voor zowel de basisschool, het middelbaar onderwijs, als de Kweekschool. Hij stelde dat men moet uitgaan van de eigen poëzie van het kind. Door middel van de verkenning van technieken als een avontuur en zijn eigen poëtische verhaaltjes schiep hij een grote, fantasievolle ruimte voor de kinderen van waaruit zij konden creëren.
Hij kreeg drie kinderen: Tim Krabbé (auteur) en Jeroen Krabbé (acteur, regisseur, kunstschilder) uit zijn eerste huwelijk met Margreet Reiss, en Mirko Krabbé (ontwerper, kunstschilder) uit zijn tweede huwelijk met Helena Verschuur.
(Amstelveenweb.com collectie - 2008)
Tim Krabbé
Dit jaar zou Maarten Krabbé 100 jaar worden en de zonen; Tim en Mirko en schoondochter Anke besloten daarom de Krabbé collectie tentoon te stellen. De tentoonstelling heet “Tuinen”, wat niet verwonderlijk is, omdat alle schilderijen van Krabbé “Tuin” zijn genoemd.
(Amstelveenweb.com collectie - 2008)
Tim Krabbé poseert voor de schilderijen van zijn vader
Jan Verschoor, directeur van het museum, verwelkomde alle aanwezigen en daarna nam Tim Krabbé achter de microfoon plaats.In een emotionele toespraak vertelde hij over het levenswerk van zijn vader. Tim Krabbé is schrijver en schaker en heeft vele romans en schaakliteratuur geschreven.
(Amstelveenweb.com collectie - 2008)
Jan Verschoor, directeur van het museum begroet de aanwezigen
Toespraak van Tim Krabbé “TUINEN”
Ik ben opgegroeid en ik leef nog steeds met de schilderijen van mijn vader, Maarten Krabbé om me heen. Ik heb ze altijd prachtig gevonden, dwars door de generatieconflicten heen. Als ik nu door mijn huis loop, dan zie ik een kleine vijftig kunstwerken en kunstwerkjes van hem aan de muren en op andere zichtbare plekken.
Of u daar een vaderfixatie of een paleis uit afleidt: zesendertig ervan vormen samen eigenlijk één kunstwerk: de letter- en cijferblokjes die hij twintig jaar geleden als geboortegeschenk voor mijn zoon Esra maakte, en die nu op een richel boven mijn balkonramen staan.
Het zijn kleine houtblokjes, met bovenop boomschors, op de onderkant wat uitleg en op ieder van de honderdvierenveertig zijkanten een miniatuurtje op het thema van die letter of dat cijfer. Die zijn zoals al zijn werk speels, geestig, jeugdig, kleurrijk - en in het geheel verraadt zich natuurlijk de didacticus die hij met een groot deel van zijn wezen was.
(Amstelveenweb.com collectie - 2008)
Tim Krabbé tijdens zijn toespraak
Ik heb genoeg andere dingen om op te hangen, maar er hangen dus ook nog een klein dozijn doeken en doekjes van Maarten, uit een periode van bijna zeventig jaar en die samen zijn veelzijdigheid laten zien. Het oudste is van 1934; een prachtig klassiek portret van mijn moeder op haar negentiende, toen hijzelf zesentwintig was en haar net had leren kennen. Uit 1993: een heel ander soort maar niet minder raak portret van mijn zoon toen die zes was - Maarten was een begenadigd portretschilder, zeker ook van kinderen.
Er hangen ook drie Don Quichottes, een schilderij en twee etsjes, zijn grote onderwerp uit de jaren '40. Een doek uit 1967 met een verzameling cartoon-achtige mensenkoppen die je toelachen en toegrijnzen, getiteld 'Dagelijkse portie tronies' - hij heeft meer van die volksverzamelingen gemaakt.
Een 'Vogelmoeras' uit 1957 met wat kubistische vogeltjes die een eigenwijze gekkigheid uitstralen - vogels komen voordurend terug in zijn werk. Een rommelig Frans kamertje uit 1965, zonder mensen - ook 'het mensenloze rommelige interieur' was een echt Maarten Krabbé thema. Een nachtelijke boulevard uit 1997 met half-abstracte feestelijke figuren die in een geel, droomachtig licht langs de cafés wandelen. Prachtig van kleur - èn van geluid: je hóórt de jazz. Hij heeft veel méér feesten geschilderd.
Ik heb ook een tuin aan de muur, uit 2001 - zijn grote, om niet te zeggen enige thema van de laatste jaren van zijn leven, èn het thema van deze tentoonstelling - in mijn tuin heb ik altijd een onderzees prieeltje gezien, met kwallen die misschien toch bloemen zijn - niet dat dat er iets toe doet - en zoals al zijn werk jeugdig en vrolijkmakend van kleur.
Een veelheid van thema's en stijlen dus - maar misschien ligt juist in Maartens veelzijdigheid het antwoord op de vraag waarom hij niet bekender is geworden dan hij was. Aan de aantrekkelijkheid van zijn werk kan het niet liggen. Maar misschien maakte dat alleskunnen en allesdoen het lastig om hem te definiëren, één herkenbare kunstenaar in hem te zien. En hij was niet alleen veelzijdig van onderwerp en stijl, maar ook van techniek en discipline. Hij schreef. Hij heeft een groot deel van zijn leven met hartstocht gewijd aan het tekenonderwijs, vooral aan kinderen, hij beeldhouwde, hij tekende, aquarelleerde, etste, heeft mozaïeken en glas-in-lood ramen gemaakt - en dan vergeet ik ongetwijfeld nog de helft.
(Amstelveenweb.com collectie - 2008)
Een tuinschilderij van Maarten Krabbé uit 2000
En alsof dat niet genoeg was, probeerde hij ook nieuwe technieken uit te vinden. Uit mijn kindertijd herinner ik me zijn wanhopige pogingen om tot een nieuwe druktechniek te komen waarbij je met een slagroomspuit gips op een ondergrond zou spuiten, waarna die gipstekening een drukgang zou zijn. Maar hoe hij het ook probeerde, het gips werd steeds te snel hard, de spuiten raakten verstopt, en ik zie dan ook prullenmanden vol weggegooide spuiten en gips voor me - of die er echt waren doet er niet toe, maar bij het woord gips zie ik nog altijd mijn vader voor me. Maar hij volhardde, en toen hij het juiste mengsel van gips, water, zout en melk gevonden had, lukte het. Niet dat deze uitvinding de wereld veroverd heeft.
(Amstelveenweb.com collectie - 2008)
Tim Krabbé voor een schilderij
Maar in de beperking toont zich de meester, of: kan mèn de meester tonen. Hier hangen uitsluitend tuinen - 75 olieverfdoeken, grotendeels van hetzelfde formaat, met allemaal op het titelkaartje 'Tuin' - de tuinen van de laatste jaren van zijn leven. Het zijn tuinen zonder mensen, met maar een enkele vogel of vlinder, met zeeën van merkwaardige bloemen en planten, vijvertjes, veldjes.
Het zijn allemaal droomachtige, kleurrijke, jeugdige, prachtige schilderijen, maar het is wonderlijk hoeveel extra kracht ze krijgen door hun samenzijn, juist door die herhaling, die de bezetenheid, de haast krankzinnige monomanie, de onwrikbaarheid laat zien waarmee Maarten telkens weer een prieeltje toevoegde aan die ene grote tuin die die schilderijen eigenlijk samen zijn.
Je kan je afvragen wat hij met die tuin bedoeld heeft. Nou hoeft een kunstenaar niets te bedoelen - beter van niet - en Maarten heeft zich nooit expliciet uitgelaten over wat hij met zijn Grote Tuin wilde. Dat laat mij vrij om erin te zien wat ik wil - en dan zie ik het paradijs dat hij aan het eind van zijn leven heeft gecreëerd en waar hij nu zielsgelukkig in rondwandelt - en dat natuurlijk niets anders is dan het paradijs waarin hij opgroeide: het nog landelijke Gooi waar hij dit jaar honderd jaar geleden werd geboren en waar hij op zijn veertiende uit verdreven werd toen het gezin naar Amsterdam verhuisde.
'Ik ben het leven binnengekomen door een poort van geluk,' heeft hij eens gezegd - hier kan je zien dat hij het ook verlaten heeft door een poort van geluk.
Ik wens u veel plezier in het paradijs van Maarten Krabbé.
(Amstelveenweb.com collectie - 2008)
Mirko Krabbé achter de microfoon
Kunstenaar Mirko Krabbé en zijn vrouw Anke AMO Akerboom hebben ook hun werken geëxposeerd, want Mirko en Anke werken sinds 1996 samen aan schilderen, etsen of stencilen, meubelobjecten, keramiek en installaties, emailleren en edelsmeden maken en aan nog vele andere projecten.
(Amstelveenweb.com collectie - 2008)
Een schilderij van Maarten Krabbé uit 1996
(Amstelveenweb.com collectie - 2008)
De Amstelveense kunstschilder Sunny Neeter (l) was ook aanwezig tijdens de opening van de tentoonstelling
(Mirko Krabbé - 2008)
Werk van Mirko Krabbé
(Amstelveenweb.com collectie - 2008)
Anke AMO Akerboom: serie Duvels Deksels (zilver, parel) 1995
(Amstelveenweb.com collectie - 2008)
Anke AMO Akerboom: serie morse: Moederliefde (parels, zilver, bergkristal, glas, parelmoer) 1999
(Amstelveenweb.com collectie - 2008)
Vlnr Mirko Krabbé, Anke AMO Akerboom en Tim Krabbé
Anke AMO Akerboom behaalde in 1980 het diploma goud- en zilversmeden en zij studeerde edelsteenkunde en kunstgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Ze geeft specialistische workshops: zoals etsen, handgraveren, emailleren, niëlleren, ciseleren, ontwerpen, en edelsteen zetten. Sinds 1996 werkt ze samen met beeldend kunstenaar Mirko Krabbé onder de naam Ateliers 1-1-9. (AMO betekent in het Latijn, Italiaans en Spaans: ik houd van- enhaar doopnamen zijn Anna Maria Odilia).
De tentoonstelling is vanaf 2 juli t/m 31 augustus 2008 te bezichtigen in het Museum Jan van der Togt. Geopend: woensdag t/m zondag van 13.00 tot 17.00 uur
Dorpsstraat 50, 1181 JE Amstelveen
www.jvdtogt.nl